-
1 met volle teugen van iets genieten
met volle teugen van iets genietensavourer qc. pleinementDeens-Russisch woordenboek > met volle teugen van iets genieten
-
2 met volle teugen van iets genieten
met volle teugen van iets genietenenjoy something thoroughly/to the fullVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met volle teugen van iets genieten
-
3 savourer
-
4 schwelgen
-
5 Zug
〈m.; Zug(e)s, Züge〉4 trek, tocht7 trek, lijn ⇒ 〈 figuurlijk ook〉 gelaats-, karaktertrek8 discipline, orde9 dreef, gang♦voorbeelden:1 im falschen Zug sitzen • (a) in de verkeerde trein zitten; 〈 (b) informeel; figuurlijk〉 zich vergissender Zug ist abgefahren • (a) de trein is vertrokken; 〈 (b) informeel; figuurlijk〉 er valt niets meer aan te doendie Feuerwehr rückt mit vier Zügen aus • de brandweer rukt met vier colonnes uit3 der humanistische und der naturwissenschaftliche Zug des Gymnasiums • de alfa- en de bèta-afdeling van het gymnasiumim Zug sitzen, stehen • op de tocht zitten, staan〈 sport en spel〉 einige Züge rudern, schwimmen • een paar slagen roeien, zwemmendas Buch in einem Zug(e) durchlesen • het boek in één ruk, adem uitlezender Zug der Zeit • de trend, geest van de tijddie Brücke im Zuge der Straße • de brug in het verlengde van de straatim Zuge der Umstrukturierung • in het kader van de herstructureringin groben, großen Zügen • in grote lijnen〈 figuurlijk〉 im besten Zuge, gut im Zug sein • goed op dreef, gang zijn -
6 rassasier
-
7 das Leben in vollen Zügen genießen
das Leben in vollen Zügen genießenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > das Leben in vollen Zügen genießen
-
8 in einer Sache schwelgen
in einer Sache schwelgenin iets zwelgen, van iets met volle teugen genietenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > in einer Sache schwelgen
-
9 teug
1 Bdraught, Adraft ⇒ pull♦voorbeelden:1 met grote teugen drinken • drink deep, gulp (down)met kleine teugjes drinken • siphij ademde de frisse lucht met volle teugen in • he took (in) deep breaths of the fresh air〈 figuurlijk〉 met volle teugen van iets genieten • enjoy something thoroughly/to the fullhij dronk het glas in één teug leeg • he emptied/drained the glass at a draught -
10 teug
♦voorbeelden:met volle teugen van iets genieten • savourer qc. pleinementhij dronk het glas in één teug leeg • il vida son verre d'un (seul) trait -
11 trinken
trinkenI 〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:das lässt sich trinken • dat is (wel, goed) te drinkeneinen trinken • er eentje drinken, pakkenin großen Zügen, in, mit großen, kräftigen Schlucken trinken • met flinke teugen drinkener trinkt Wein wie Wasser • hij drinkt wijn alsof het water is♦voorbeelden:1 〈 onpersoonlijk werkwoord〉 aus diesem Glas trinkt es sich so schlecht • uit dit glas kun je zo moeilijk drinken¶ 〈 spreekwoord〉 Essen und Trinken hält Leib und Seele zusammen • ±iop een volle buik staat een vrolijk hoofd/i -
12 das Leben trinken
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский